Groepsrijden


Van iedere rijder wordt verwacht dat hij zich houdt aan deze richtlijnen zodat de rit veilig en ontspannen kan verlopen:

  • De voorrijder, heeft de route uitgezet en geeft leiding aan de groep.
  • De achterrijder, zorgt dat de groep zoveel mogelijk bijeen blijft.
  • Tijdens het rijden blijven alle deelnemers tussen de voor- en achterrijder.
  • Er wordt baksteengewijs gereden tenzij de weg hiervoor te smal is.
  • Bij te smalle weg rijden de deelnemers met veilige onderlinge afstand achter elkaar.
  • Zorg altijd voor voldoende onderlinge afstand zodat je beheerst kunt reageren op je voorganger.
  • Deelnemers met weinig rijervaring rijden vooraan in de groep.
  • Eenmaal ingenomen posities blijven tijdens het rijden gehandhaafd.
  • Er wordt niet onderling ingehaald.
  • Iedere deelnemer houdt zich aan de wettelijke verkeersregels. Voor rood licht wordt gestopt voorrangsregels worden nageleefd. Als de groep zich hierdoor splitst dan wacht de  kopgroep op een geschikte plek tot de achterblijvers weer zijn aangesloten.
  • Iedere deelnemer rijdt te allen tijde op eigen verantwoording en risico en dient zich verantwoordelijk te voelen voor de andere deelnemers.
  • De rijstijl is zodanig dat de rust in de groep behouden blijft.
  • Rijden in een groep vraagt  continue oplettendheid en aandacht voor elkaar.

Het principe van het wegzet systeem:
Vanaf de start van de rit worden deelnemers weggezet op locaties waar de richting wordt verandert. Er wordt niet weggezet bij rechtdoor gaan zoals bij rotondes, kruisingen, T-splitsingen, enz. waar de weg rechtdoor wordt vervolgd.
Dus: geen wegwijzer, dan rechtdoor.

Bij het wegzetsysteem bestaat de groep uit:

  • De voorrijder die de groep leidt
  • De wegzetter die achter de voorrijder rijdt en de deelnemers (wegwijzers) wegzet.
  • De wegwijzers die de achterblijvers de juiste richting wijzen zodat ze weer kunnen aansluiten bij de groep. Zorg er voor dat het verkeer je kan passeren en je altijd goed zichtbaar bent.
  • De achterrijder (dit kunnen er ook twee zijn) die als laatste rijder de wegwijzers het teken geeft dat ze weer kunnen invoegen / aansluiten.


Hoe slaagt het wegzet systeem:

  • De deelnemer die als eerste achter de wegzetter rijdt voegt zich nadat de wegzetter zijn linker arm heeft opgestoken (altijd) naar rechts uit de groep en stelt zich op een veilige en goed zichtbare plaats langs de weg op om achterblijvers de richting te wijzen. Deelnemers die achter de weggezette deelnemer rijden geven hem de ruimte en tijd om zich uit de groep te kunnen voegen.
  • De wegwijzer blijft net zolang wachten tot de achterrijder arriveert. Hierdoor voorkom je dat de achterblijvers door vroegtijdig vertrek “verdwalen”.
  • Als de achterrijder in zicht komt maakt de wegwijzer zich klaar om rustig vóór de achterrijder te kunnen invoegen en aan te sluiten bij de achterblijvers. De achterrijder maakt ruimte en houdt het achterop komende verkeer tegen. De wegwijzer mag dus niet zomaar ergens in de groep achterblijvers invoegen maar sluit altijd achteraan aan, vóór de achterrijder!
  • Op een geschikte plaats zet de wegzetter de groep stil zodat de achterblijvers kunnen aansluiten. Hierdoor wordt voorkomen dat er een groot, moeizaam te dichten gat tussen groep en achterblijvers of er een tekort aan wegwijzers ontstaat.
  • Alleen de achterrijder rijdt met zijn passing lights of spots aan en schept daarmee extra duidelijkheid voor de wegzetter doordat het einde van de groep visueel wordt gemarkeerd.

 

Het wegzet systeem geïllustreerd:
Groepsindeling: Houdt te allen tijde onderling een veilige afstand en waar mogelijk rijdt je in baksteenformatie. Als een deelnemer direct achter de wegzetter komt te rijden doordat zijn voorganger is weggezet dan behoudt hij zijn positie in de groep. Er is dan weliswaar geen sprake van een baksteenformatie tussen de wegzetter en de volgende deelnemer maar de rust in de groep blijft bewaard en dat is belangrijker. Houdt in zo’n situatie wel meer afstand van de wegzetter zodat je voldoende remwegruimte creëert.

 

Afslaan naar rechts:

De wegzetter kan de wegwijzer voor of na deafslag plaatsen. De wegwijzer stelt zich altijd goed zichtbaar op en houdt dus rekening met geparkeerde auto’s, bomen, struiken, etc. die hem aan het zicht kunnen onttrekken. Een bocht naar rechts vraagt meer aandacht om de achterblijvers tijdig de juiste richting te laten kiezen. Stap daarom desnoods af om een beter zichtbare positie in te kunnen nemen.

 

 

 

 

 

Afslaan naar links:

Hier geldt hetzelfde als bij het afslaan naar rechts echter een bocht naar links geeft veelal meer zicht dus meer tijd voor de achterblijvers om de richting te kunnen bepalen.

 

 

 

 

 

 

 

Tijdens het rijden in de groep worden vaak handsignalen gebruikt klik hier om de ze handsignalen te bekijken.

 

Sponsorss